Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zeide tot mij: Mensenkind, ziet gij wel, wat zij doen, [27]de grote gruwelen, die het huis Israels hier doet, [28]opdat Ik van Mijn heiligdom verre wegga? Doch [29]gij zult nog wederom grote gruwelen zien. 27. Versta den gruwelijken afgodendienst, dien zij Baal daar ter ere deden. 28. De zin is dat de gruwelen, die zij bedreven, Hem ene oorzaak zouden geven om van zijn heiligdom te wijken. 29. Hebreeuws, gij zult wederkeren, gij zult zien, dat is, gij zult weder zien. Zie Num.11:4. Anders, keer u nog weder, [en] gij zult groter gruwelen zien.